Reformatie

Omstreeks 1572 ging de kerk over in handen van de gereformeerden (pas in de 19e eeuw kwam de naam 'hervormd' in zwang). Het bleef echter lange tijd de vraag van wie het kerkgebouw eigenlijk was: van de rooms-katholieken die uit hun kerk 'verjaagd' waren, of van de gereformeerden? Pas in 1798 werd de kerk officieel overgedragen aan de gereformeerden; de roomsen ter plaatse kregen daarvoor een schadevergoeding van 350 gulden.

De inrichting van de kerk was tot 1970 anders dan thans het geval is: het koor was door middel van een wand met brede deuren afgescheiden van het schip. Bovendien stond de kansel tegen deze wand, zodat het gehele interieur naar het oosten gericht was. Het koor bestond als zelfstandige ruimte en werd vanaf circa 1872 als vergaderzaal gebruikt. Op zondagavond werden er diensten belegd door de Vrienden der Waarheid, terwijl ook catechisaties en kerkelijke vergaderingen in het koor een onderkomen vonden.

Rond die tijd werden overigens enkele opmerkelijke voorstellen gedaan. In 1872 wilde men de buitenmuur van de kerk met een cementlaag bepleisteren; dit werd echter afgeraden door een architect. En een jaar eerder was er een kerkenraadslid wiens zicht op de predikant 's zondags ontnomen werd door een van de pilaren. Hij stelde daarom voor de betreffende pilaar te verwijderen. Gelukkig is dit niet gebeurd. Afgezien van de schade die hiermee aan het kerkgebouw aangebracht zou zijn, was darmee ook de symboliek van de pilaren verstoord. De twaalf pilaren verwijzen immers naar de twaalf discipelen of apostelen uit het Nieuwe Testament.

Vermeldenswaardig is verder, dat de burgerlijke gemeente Dirksland in 1776 een drietal kroonluchters schonk. Deze kronen hangen tot op vandaag in de kerk. Ze zijn voorzien van het wapen van Dirksland. Een ander geschenk is de plaat in de kerkvoogdijkamer. Dit was een 'PRESENT VAN DE KERKMEESTEREN, TER GEDACHTENIS VAN HET IIIde EEUWFEEST DER HERVORMING 1817.' Deze plaat kon voor de haard gezet worden, zodat het vuur daarin op een veilige manier kon doven.

In de jaren 1966-1970 onderging het kerkgebouw een grondige restauratie. Alle niet-originele toevoegingen en verbouwingen werden bij deze gelegenheid verwijderd. Zoals gezegd werd het interieur naar het westen gericht. Daarnaast kwam bij deze restauratie een prachtig fresco aan het licht.