Ramen

Reeds in 1416 werd geld uitgetrokken voor 'glas metten ijseren', wat wijst op glas-in-loodramen. Het is onbekend hoe deze ramen de tijd trotseerden, maar na een viertal eeuwen besloot men ze te vergroten. 'In 1836 werd een begin gemaakt met het verbeteren van de ramen in de kerk. Ze bestonden tot die tijd uit kleine in lood gevatte glasruitjes, en hadden ook op verre na niet de afmetingen van de tegenwoordige. Daardoor was het des namiddags, vooral bij donkere winterdagen, vroeg donker. In genoemd jaar werden de twee eerste ijzeren ramen op het Oosteind der kerk of bij den preekstoel geplaatst; deze verandering past men op alle ramen toe, zoodat ze nu alle van gelijke afmeting en constructie zijn.' Dit citaat komt uit de Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee, zijne wording en zijn voortbestaan tot op heden (1895-1897) van J. van der Waal en F.O. Vervoorn. Deze laatste was overigens organist in Dirksland van 1840 tot 1889. Op een foto uit 1898, gemaakt bij het feest ter gelegenheid van Wilhelmina's troonsbestijging, zijn de brede ramen duidelijk zichtbaar. Bij de restauratie van 1966-1970 werden de ramen echter weer teruggebracht tot de originele maten.